Deze wijziging heeft betrekking op de nieuwe wet inzake de invordering van retributies voor de consument. Deze heeft een belangrijke impact op de invorderingsprodure en de administratieve kosten die aan de consument (lees: parkeerder) bij wanbetaling mogen worden aangerekend. Concreet moet de eerste herinneringsbrief steeds gratis zijn en daarna mag de totale invorderingskost tot aan het vredegerecht niet meer bedragen dan 20 euro.
De vaststelling van retributiereglementen is een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad.
De financiële toestand van de gemeente vereist het heffen van belastingen en het innen van retributies.
Voor de straten waar het parkeren in een blauwe zone werd doorgevoerd is het huidige reglement een sturend element inzake de beperking van de parkeerduur. De gemeente heeft geïnvesteerd in parkeerplaatsen waar gratis en langer kan geparkeerd worden, het is onder meer de bedoeling om via dit reglement de parkeerders te sturen naar deze parkeerplaatsen, wanneer ze langer wensen te parkeren. De voorkeur in de straten binnen de blauwe zone is kort parkeren.
Omdat het streven van de gemeente is om in deze straten kort te parkeren waarbij het streefdoel is om maximaal 2 uur te parkeren. Wanneer parkeerders toch langer wensen te parkeren dan deze maximale duur, is er een hoger tarief om dit te ontmoedigen.
Het aanleggen, onderhouden en opvolgen van parkeerplaatsen brengt aanzienlijke financiële lasten met zich mee, het is logisch dat de gebruikers hier minstens een deel van betalen.
De geraamde inkomsten worden opgenomen in het meerjarenplan en de volgende aanpassingen van het meerjarenplan.
Artikel 1 Looptijd
Het retributiereglement van 8 december 2020 wordt vervangen door dit retributiereglement zodra dit reglement van kracht wordt. Dit reglement wordt van kracht vanaf 01 oktober 2023 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025. Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig waar parkeren toegelaten is én waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is.
Artikel 2 Tarieven
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1.12.1975.
Deze reglementering is niet van toepassing op de bewoners die de door de gemeente uitgereikte officiële bewonerskaart, overeenkomstig het ministerieel besluit van 9 januari 2007, zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig.
De voertuigen die belast werden overeenkomstig het belastingreglement op de inname van het openbaar domein bij bouwwerken en verbouwingswerken worden niet aangesproken in onderhavig reglement.
Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis.
Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999.
Artikel 3 Retributieplichtige
De retributie is verschuldigd door de titularis van de nummerplaat van het voertuig. De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd toegelaten is door de verkeersborden en is betaalbaar overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het document dat op het voertuig werd achtergelaten door de met toezicht belaste firma.
Artikel 4
Als de parkeerschijf, de bewonerskaart of de kaart 'persoon met een handicap' niet zichtbaar achter de voorruit van het voertuig is geplaatst of in geval de pijl van de parkeerschijf niet op het streepje is geplaatst dat volgt op tijdstip van aankomst, of indien de aanduidingen op de parkeerschijf worden gewijzigd zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt er steeds geacht gekozen te zijn voor het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief. Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, brengt de concessionaris, een uitnodiging om de retributie binnen de vijf dagen te betalen, aan op de voorruit van het voertuig.
Artikel 5
Ingeval van niet-betaling van de retributie, binnen de vooropgestelde acht dagen, wordt een aanmaningsprocedure opgestart.
De kosten voor administratie en het verzenden van aanmaningen vallen ten laste van de schuldenaar van de retributie. De kosten worden als volgt vastgesteld, per aangemaande retributie (alle tarieven/bedragen te indexeren):
Verzending van een eerste aanmaning |
0,00 EUR |
Verzending van een tweede aanmaning |
20,00 EUR* + intresten** |
Verzending van een derde aanmaning door Gerechtsdeurwaarder in geval van wanbetaling door onderneming |
tarief voor het verzenden van een schuldvordering cfr. de gekozen procedure (advocaat/deurwaarder***) |
Dagvaarding voor bevoegde rechtbank |
|
*In geval van wanbetaling door een consument is deze aanmaning in toepassing van de wetgeving schulden van de consument (Boek XIX – Wetboek Economisch Recht (W.E.R.)), waarbij, per retributie, na de eerste (gratis) betaalherinnering en wachttermijn, een tweede ingebrekestelling wordt verstuurd met een bedrag voor aanmanings- en invorderingskosten volgens de maximale forfaitaire vergoeding in relatie tot het verschuldigd bedrag van de vordering, uitdrukkelijk bepaald in toepassing van het wettelijk plafond voorzien in ART XIX.4, 2° W.E.R. (m.n. schulden onder de 150,00 EUR: 20,00 EUR forfaitaire verhoging).
**Te vermeerderen met de verwijlintresten op de retributie vanaf de vervaldag overeenkomstig de Wet van 02/08/2022 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. Deze intresten zijn in het geval van wanbetaling door een consument slechts verschuldigd vanaf het verstrijken van de wettelijk voorziene wachttermijn zoals aangeduid in de kosteloze herinnering.
***In geval van laatste minnelijke aanmaning door Gerechtsdeurwaarder wordt het tarief gehanteerd burgerlijke en handelszaken K.B. 30-11-1976 (niet limitatief o.a. aanmaning met dreiging – inlichting – postzegel – dossierkost - kwijtings-en inningsrecht ) én voor de gerechtelijke fase.
Artikel 6 Afkondiging
Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikels 286 en 330 van het decreet lokaal bestuur.