De gemeenten kunnen voor hun grondgebied stedenbouwkundige verordeningen vaststellen. Die verordeningen bevatten de nodige stedenbouwkundige voorschriften om te zorgen voor:
3° de bruikbaarheid van de openbare wegen en hun omgeving, evenals het ruimtelijk waarborgen van een adequate mobiliteit
De gemeenteraad kan stedenbouwkundige verordeningen vaststellen voor de materie omschreven in artikel 2.3.1, in artikel 4.2.5 en in artikel 4.4.1, § 3, tweede lid, voor het gehele grondgebied van de gemeente of voor een deel waarvan hij de grenzen bepaalt.
Wie voortaan zaakgebonden of niet-zaakgebonden publiciteit wenst te plaatsen, zal rekening moeten houden met de regels en bepalingen die worden opgesteld in voorliggende verordening publiciteit. Deze verordening wordt opgesteld met het oog op de versterking van de leefbaarheid en de aantrekkingskracht van de gemeente Bornem door het bewaken van de algemene beeldkwaliteit van het Bornems straatbeeld. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en zijn latere wijzigingen vormen de rechtsgrond van deze verordening. Deze verordening heeft verordenende kracht en bevat (verbods)bepalingen met betrekking tot publiciteit op het grondgebied van Bornem.
"Wat met rondrijdende publiciteit, kan dit bekeken worden?"
Antwoord: er wordt verwezen naar het verslag van de Vlaamse regering betreffende het besluit tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake publiciteitsinrichtingen dd. 5/06/2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzage toegankelijkheid en het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van diverse besluiten.(link: https://www.zelzate.be/data/content/file/publiciteit-verslag(1).pdf)
Het besluit definieert het begrip publiciteitsinrichting als volgt:
“elk visueel middel en elke constructie, met inbegrip van alle onderdelen ervan en ongeacht het verplaatsbaar of tijdelijke karakter ervan, met als doel om publiciteitsboodschappen op een vaste plaats kenbaar te maken aan het publiek.”
Aldus, om te oordelen of een inrichting als publiciteitsinrichting beschouwd kan worden, moet bijgevolg gekeken naar de finaliteit van de inrichting en de boodschap. Enkele illustraties van de finaliteit van de inrichting:
Zo kan de finaliteit van een stilstaande wagen verschillen. In de meeste gevallen zal de finaliteit van deze wagen er hoofdzakelijk in bestaan personen en goederen te vervoeren. In dat geval zal deze wagen niet beschouwd worden als publiciteitsinrichting, ook niet indien deze een publiciteitsboodschap bevat. Bestaat de finaliteit er hoofdzakelijk in reclame te maken, zal deze wagen beschouwd worden als publiciteitsinrichting. Elementen die erop kunnen wijzen dat het doel van een stilstaand voertuig hoofdzakelijk bestaat in het maken van reclame zijn bijvoorbeeld het niet langer voldoen aan technische eisen, elementen waaruit het niet tijdelijk karakter van het parkeren blijkt, wijze van opstelling van het voertuig, etc. Aan de definitie worden daarom de woorden “op een vaste plaats” toegevoegd. Die maken duidelijk dat een rijdend voertuig met publiciteit, ook al staat het ergens een paar uur stil, niet onder het toepassingsgebied valt.
Bij een televisietoestel bv. zal een scherm dat gericht wordt op de openbare weg met als doel reclame te maken als publiciteitsinrichting worden weerhouden, een televisiescherm dat door het raam zichtbaar is maar door personen in het gebouw zelf wordt bekeken, zal geen publiciteitsinrichting zijn.
Conclusie: Het aanbrengen van publiciteit op en rijdend voertuig (zoals namen en nummers van aannemers, firma’s, .. op bedrijfswagens) betreft geen omgevingsvergunningsplichtige handeling conform de het besluit van de Vlaamse regering waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.
Voorliggende verordening publiciteit van de gemeente Bornem stelt onder artikel 1 §2. “Deze verordening doet geen uitspraak over publiciteitsinrichtingen of uithangborden die vrijgesteld zijn van een omgevingsvergunning (…) ”
Antwoord: Opname van de definitie voor publiciteitsinrichtingen. “elk visueel middel en elke constructie, met inbegrip van alle onderdelen ervan en ongeacht het verplaatsbaar of tijdelijke karakter ervan, met als doel om publiciteitsboodschappen op een vaste plaats kenbaar te maken aan het publiek.”
"Artikel 6§1 wat met de termijn na de activiteit?"
Antwoord: De verordening publiciteit dient samen gelezen te worden met de toepassing van het evenementenloket. Voor het plaatsen van publiciteitsborgen heb je in de gemeente Bornem nog steeds een toelating nodig, maar is in bepaalde gevallen de noodzaak voor het aanvragen van een omgevingsvergunning niet noodzakelijk cfr. Deze verordening.
Artikel 6 van de voorliggende verordening bepaald dat je geen omgevingsvergunning nodig hebt, alsook dat de verbodsbepalingen niet van toepassing zijn voor:
Voor deze handelingen dient men wel nog een toelating aan te vragen via het evenementenloket van de gemeente Bornem. Hierbij wordt tevens geformuleerd dat: ‘Bordjes mag je plaatsen 3 weken voor de start van je event en moeten verwijderd worden ten laatste 8 dagen na het evenement’. Indien de voorwaarden niet gerespecteerd worden, zullen de bordjes door de gemeentediensten verwijderd worden. Vanaf 1 januari 2016 passen we hiervoor ook een belasting tot van €300.
Indien er aan de verordening publiciteit van de gemeente Bornem een eindtermijn zou toegevoegd worden, zou dit inhouden dat men een omgevingsvergunning dient aan te vragen voor publiciteit vb. Langer dan 8 dagen na het evenement aanwezig blijft.
Het regulariseren van publiciteit dewelke na een event langdurig blijft hangen, door een omgevingsvergunning aan te vragen lijkt niet de voorkeurs oplossing.
Er wordt daarbij verwezen naar de regelgeving van het evenementenloket en de mogelijkheid van de gemeentediensten om de publiciteit zelf te verwijderen, mitst de toepassing van een belasting.
Conclusie: er worden geen wijzigingen aangebracht aan de voorgestelde termijnen.
Eenvormigheid op gebied van publiciteit zou een meerwaarde zijn in de Boomstraat. Dit dient meegenomen te worden naar het Masterplan Bornem.
Antwoord: dit betreft geen directe opmerking op voorliggende verordening publiciteit
OPENBAAR ONDERZOEK
Artikel 2.
Het voorliggend besluit wordt overgemaakt aan het Departement Omgeving en aan de Deputatie van de provincie Antwerpen. Als deze instanties na 45 kalenderdagen geen opmerkingen geuit hebben, wordt de beslissing tot definitieve vaststelling van voorliggende verordening bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Artikel 3.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening publiciteit treedt in werking na publicatie in het Belgisch Staatsblad.